top of page

Toch is het mooiste woord

Babs Gons


In augustus 2023 hield Babs Gons een dagboek bij, dat niet lang na de val van Rutte IV begint, en eindigt vlak voor de aanvang van haar tweejarige termijn als Dichter des Vaderlands. Het is de zomer dat haar vader overlijdt in een hospice, en dat ze, een dag voordat ze op vakantie gaat naar Portugal met haar zoon, partner en vrienden, te horen krijgt dat ze borstkanker heeft.


 

4 augustus, Amsterdam  

Alsof je iets naar huis brengt

wat niet welkom is

een ongenode gast

dronken en onbeleefd

terwijl we net die dag

een rustig avondje hadden gepland

 

En daar zit ie, aan tafel

vreemd en zwijgend

misschien zelfs stinkend

Voor hoe lang?

 

Maanden, jaren? Voor altijd?

 

De gast krijgt niets meer

geen eten

geen druppel

Laten we ‘m uithongeren

voordat ie…

 

 

5 augustus, Schiphol

 

Op het vliegveld zit iemand

met de wereld op zijn schouders armoede

woningnood

kapotte politiek

klimaatproblematiek


Hij staart in een leeg bekertje Starbucks

 

Alles lijkt hier

op dit kunststof tafeltje

samen te komen

in de sis van de vrouw

de blik van de man

over de hoofden van hun kinderen

 

Op elk vliegveld

elk treinstation

zit iemand met de wereld

op de schouders

 

Iemand in wie alles samenkomt

Iemand die geen kerst kan vieren

met oorlog op de achtergrond

Iemand die niet kan eten

bij de beelden van hongersnood

 

Iemand met een kruispunt

in het middenrif

 

 

 

7 augustus, A dos Negros

 

We dromen er allemaal van

telefoongesprekken

die niet hebben plaatsgevonden

niet verstuurde brieven

on-uitgeschreeuwde zinnen

ons niet achterna geroepen

 

Ik hield toch van je

Ik heb je toch lief

Je bent toch niet ziek

Je hebt toch gewonnen

Je bent toch welkom

 

 

9 augustus, A dos Negros

 

Over 3 uur en 21 minuten bellen ze

met de uitslag


Mijn zoon vroeg aan mijn vader in het hospice

Ben je bang om te sterven?

Nee, antwoordde mijn vader, ik ben bang voor het wachten

 

Nog 3 uur en ik vraag me af waarop ik wacht

op een invulling van de komende tijd

op een verloop

op leven, op iets dichter bij de dood

of net zo veel

op pijn

op heling

 

op een uitstel van dingen

 

op een andere hiërarchie

waarin sommige dingen niet meer belangrijk mogen zijn

(omdat ze niet groots en meeslepend zijn)

 

Ik wacht op dingen die moeten gebeuren

(met mij voor mij)

Aan mij moet gesleuteld worden

 

Het wachten van mijn vader is voorbij

 

Het wachten voor mij is begonnen

 


 

Half augustus en een aantal vrouwen loopt gedesillusioneerd de politiek uit

 

Ik troost mezelf deze zomer herhaaldelijk


Ik troost mezelf met de gedachte

dat ze thuis een wereld staat te wachten

vol liefdevolle bekers

loslatende stickers die herinneren aan mooie uitjes

haastige verhalen aan het aanrecht

foto’s van familie

op de groepsapp

radio harder als dat leuke nummer

even dansen

de kamer naar zin verbouwen

de dagen zacht inrichten

een boek, eindelijk tijd voor


Tijd waar de misogyne haters niet bij kunnen

 

 

 

16 augustus, Obidos

 

Hoe meer ik verstrikt raak in de zomer

hoe meer ik verstrikt raak in de hiërarchie van dingen


Ik huil harder om het gebroken zeepaardje

dat mijn zoon kocht voor zijn vader

van zijn zakgeld

dan om mijn lichaam met kwaadaardige cellen


Door de verpakking voel ik de scherven aardewerk

 

Die borst, dat gat, dat groeit wel weer dicht

of niet, maar dit aardewerk

dit keramieken kunstwerkje uit Obidos

zal nooit meer gaaf worden

al zou je het plakken

met de beste lijm

de barst blijf je altijd zien zitten

 

 

 

18 augustus, A dos Negros

 

Het is een vreemde gewaarwording

opeens rond te lopen in mijn eigen gedicht

als een gevangene van mijn eigen woorden

 

Terwijl ik midden in een onderzoek

tussen glasplaten en vreemde handen

op wil staan

hoor ik de echo van mijn eerdere schrijven

galmen door Radiologie

 

Hoe velen van ons opeens mezelf betreft

 

De zomer maakte van dit vaderland

even het land van de zusters

de moeders, de dochters buurvrouwen en vriendinnen

 

Het land van op zoek naar iets dat we nooit hopen te vinden

 

Het land van één op zeven

 

 

 

20 augustus, Caldas da Rainha

 

Ik hang nog altijd aan die laatste vakantiedag

Loop nog maar een keer door de China shop

waar je bijna alles van plastic kan vinden

wat je nodig of overbodig zou kunnen hebben

van gebloemde hoezen voor je wasmachine,

vlieggordijnen, slippers en halterjurken

tot digitale klokken en opblaasbaar spul

 

De laatste dag van de vakantie waarin mijn vader

aan het begin ervan nog leefde

en de diagnose nog ergens in de lucht zweefde

 

Waarin we nog een laatste keer rijden

naar het middeleeuwse stadje

glijdend over de gladgelopen keien

keramieken vissen en vogels

waar op het heetst van de dag mijn moeder belt

uit een ver, ver universum

en ik het nog even erger mag vinden

dat het zeepaardje gebroken is


Ook de radioloog leg ik naast me neer

Nu even niet

Want als je hier niet vóór half drie luncht

heb je pech

 

(Er zijn geen problemen in de Chinese shop

alleen oplossingen)




 

 

In de nacht van 21 augustus, tussen Lissabon en Amsterdam

 

Ik kom zo

wil ik tegen iedereen zeggen


Geef me even

 

 

23 augustus, OLVG Oost

 

In elke gang van het ziekenhuis

mensen op hun mooist

mondhoeken die hun best doen

 

De kapper

om daar, juist daar

iedereen nog op z'n mooist te laten zijn

Ballonnen voor tijdelijke vreugde

Als we lippenstift en sieraden

mochten dragen in de OK

zouden we ons behangen met zilverwerk en parels

We zouden gaan voor Cappuccino,

Plum, Magisch Magenta

 

In de gangen familieleden

vol bemoedigende, gerepeteerde woorden

‘Bij zus en zo ging het uiteindelijk heel vlot…’

Hoe dichter bij de buik van het ziekenhuis

hoe meer de stemmen verstommen

de taal wordt spaarzamer

plechtiger

gelegenheidstaal

biopt, echo, punctie

 

En het maakt steeds minder uit hoe je eruitziet

wat je aan had naar het ziekenhuis

hoe je huis is ingericht

je nieuwe tattoo

of je mooi oud aan het worden bent


Maar of je oud aan het worden bent

hoe je meniscus erbij ligt

hoeveel lekjes in je darmen

hoe regelmatig je hart

hoe schoon je vaten

 

We willen op ons mooist


Tijdens eerste dates

bruiloften en eetstoornissen

Op ons mooist

bij het laatste afscheid


Mijn vader op zijn mooist

door mijn moeder gekleed

in zijn favoriete T-shirt in de kist


Hoe zijzelf zachtroze schoenen

laat bezorgen

 

Op ons mooist

in wachtkamers

in elke gang van de polikliniek


Rechte ruggen

die soms even buigen

dan snel weer een houding vinden

  



Op ons mooist

juist als het tegenzit

 

 

Babs Gons is schrijver, performer, host en docent. Ze organiseerde tien jaar lang schrijverspodium Palabras in Paradiso, was artistiek leider van Poetry Circle en presentator van Babs' Woordsalon. Haar debuutbundel Doe het toch maar werd in 2021 genomineerd voor de Herman de Coninckprijs en de Poëziedebuutprijs. In 2022 won ze de Johnny, een oeuvreprijs voor podiumpoëzie en verscheen een selectie van haar columns voor Het Parool onder de titel Alles wat je liefhebt wordt mooi. Van september 2023 tot september 2025 is Babs Gons de Dichter des Vaderlands.


Beeld: Babs Gons



320 weergaven
bottom of page