top of page

Nocturne IV (Genealogie van Eros)

Michiel J. Ris

 

ree

I

 

Wie had nog gedacht dat de lijkwalakens

wederopstanding zouden zien. Maar Eros,

somber, nee, verbaasd in het donker sleept je

     fakkel het tapijt langs

en ontbrandt een lichtende vlam. De zon komt.

Sinds wanneer is deze matras zo hard? en

Waarom valt mijn deken steeds in het hoeslaken?

     denkt wie net dood was,

Mag ik deze lange, deze overlange

nacht nog slapen zonder gewoel, gepijnig?

En hij trekt de lakens – nog vijf minuten –

     over zijn neus heen

waar hij zich bewustwordt, bij geur van halfdroog

smegma, natte dromen (want in die doodsslaap

komen dromen blijkbaar, who knew), bewustwordt

     van zijn erectie—

 

EROS!

 

Er zijn middeleeuwse en renaissance

Jezusbeeldtenissen bekend waarop Zijn

wederopstanding van het Vlees te zien is

     onder Zijn doeken.

Ik zeg dit niet blasfemisch of oneerbiedig

om een vergelijking te trekken tussen

Hem en mij (God hoede) en toch: ik verwachtte

     Zijne noch mijne

maar het is heugelijk nieuws en mijn rechterhand grijpt

tussen dekens door naar mijn nachtkast, smartphone,

trekt dan Wikipedia het donker in en

     kennis verlicht me—

 


II

 

Even, Lief, geboden de Medicijnen

alle Droomgoden om niet aan te kloppen

als ik sliep. Eén nacht zonder afgehakte

     handen en doden

aan mijn slapeloze matras. Geprezen!

Maar vannacht ontwaakte ik van de metro

waar de torso telkens tegen me aan stootte

     van mijn collega—

 

EROS!

 

Het is niet zijn uiterlijk, noch zijn stijl (zelfs

nu hij door de warmte gedwongen zonder

das zo naast me staat en wat losse knoopjes

     borsthaar verraden)—

Het is niet zijn haar of de nonchalance

van de witte roos om zijn slapen (zelfs nu

het grijsjes worden ontegensprekelijk zijn

     oudheid benadrukt)—

 

EROS! EROS!

 

Het is hoe hij spreekt over alles wat hij

leest hij kijkt hij luistert en wat hij schrijft en

heeft geschreven—Schrijf me herin! Hoe mijn leer-

     gierigheid opzwol—

 

EROS!

 

Zo begon het. The Age of Anxiety, Freud,

Gilgamesj, wat Beat Generation dichters,

Sappho, Sáppho onder de grond terwijl we

     tegen elkaar aan

 

EROS! EROS!

 

op de roltrappen naar Centraal Station O

mijn begeertes woelden, een enthousiasme

dat het zonlicht lang niet beschenen had en

     nu, opeens, bloeide—

 


III

 

Libido, waar kom je vandaan. De haan kraait

en verdrijft dit nachtmerrieachtig nachtzijn

tussen slaap en waken. Een tijd geleden

     sinds ik gewild heb—

 

EROS!

 

God, hoe was het? Verlosser-van-ledematen

ofzoiets, Zoetbittere, Stoute-speelse

Grimmigstralend-lachende, Onder-goden-

     jongste-en-oudste,

Uit-het-Niets-geborene—Word ik christen?

Iets uit Niets? Hoe anders verklaar je deze

opgedroogde donkere bron, die zwelt van

     water van aanvang?

 

EROS!

 

Kind-van-Noodzaak, Zoontje-van-Zwaartekracht, nee,

Baarseltje-van-Aantrekkingskracht; de dieren,

ja, van keizerarend tot veldmuis, kat, rat,

     mensaap tot zeebaars,

zelfs de algen tussen de walvis’ borstels

breng je samen, paar je en laat je voortgaan;

zelfs het levenloze, atomen en quarks,

     aardkorst tot nova –

in het diepste lege laat jij het alles

tóch ontmoeten, Eros, en brengt het samen,

bouwt er langzaamaan universa op – mijn

     god, wat een eer dus

dat je mij al weken het genoegen geeft om

Amy Amy Amy te horen zingen

op mijn werkplek, druk als je bent en ik ben

     als je me afleidt

 

EROS!

 

met zijn schalkse blik en zijn guitig pak It

takes me half an hour to write a verse He

makes me imagine it from bad to worse, good

     god, hoe zijn schouders

als hij boeken wegzet op de hoge planken

hoe zijn happy trail als zijn overhemd kruipt

dat ik volgen wil aan de kassa—Alles,

     alles! voor eenn zelfscan—

 

EROS! EROS!

 

Voortbrengsel-van-Schrödinger-en-van-Peitho,

Dubbelzinnigmaker-van-ieder-woordje-

op-zijn-lip, elk handelen laat je flirten en

     niet-flirten afhankelijk

van wie waarneemt hoe ik stotterend zeg

hoe hij doet hoe tegen me praat, mijn tong zwemt

op zijn hon[djes

     [

 


IV

 

Ik wil ieder boek dat hij aangeraden,

elke film, elk lachje—Ik wil de dagen

dat we samen werken – zal ik de rooster-

     maker chanteren?—

Ik wil ieder boek, ik wil praten met hem,

ik wil hem van haar stelen voor een drankje na werk

voor gedichtgekeuvel, gefilosofeer,

     koffie na koffie—

Ik wil een café en dan samen lezen,

mijn collega’tje, uit het niets servetten

volschrijven, jou mee laten lezen—Alles,

     allemaal wil ik—

Ik wil niet ontslagen—Ik wil gewoon werk—

Geef me boeken over verliefdheid, geef me

boeken films om over verliefdheid heen te

     raken—Genees me,

‘Rosalind’! Genees me, Ovidiusje!

Kom als vroeger, iedere kleine breakup

had je goede raad en remedie, Naso,

     geef me genezing!

 

EROS! EROS!

EROS! EROS! EROS!

EROS! EROS!

 

Ah! Verlangens zwermen—Mijn onderhuid jeukt

van bestoven haartjes en plakkerige

voetjes duizendvoudig verdringen zich zacht

     op mijn organen—

Ik moet—Ik moet—Elke beweging zoemt het—

Handen zoals raten—Verlangens druipen,

druipen een niet-Newtoniaanse honing

     af van mijn handen—

Zoemen—Stuiven—His beautiful neck verdomme—

Onder mijn huid dringt het—Toe, steek me, steek maar

dat ik zwel, ze druipen als stromen honing

     als ik mijn hand schud

om ze te verjagen—Toe, steek [me

[

[

     [

 


V

 

Alles plakt. Hier zou de perfecte plek zijn

om de tekst in ringcompositie prachtig

af te ronden, samen te brengen. Maar

     hoewel deze hymne

daarom vraagt misschien, is mijn antwoord daarop

stellig weigering. Want ik zoek geen einde

meer. Bestendiging van dit willen, Eros

     Levensdrift, vraag ik:

ik wil willen willen, al overweldigt

het gewoel, al zal onbereikbaar blijven

alles wat de wil

van de eerste graad wil,

     Eeuwige Terugkeer,

laat mij willen willen, ik bid en smeek het,

laat mij niet alleen. Ook al schrijf ik cyclisch

heel mijn torso vol en verzadigdheid volgt,

     blijf, mijn Lief, blijf tóch—




Michiel J. Ris is dichter, dramaenthousiast en oerdebutant van HetMoet. Tussen Oudgriekse brokstukken, verhalenvertellers en dichters voelt hij zich thuis. Toch staat hij met zijn (vers)voeten stevig in de moderne samenleving – zij het liefst in een tweedehands boekhandel. In 2024 verscheen bij HetMoet zijn dichtbundel Broersgedicht – een lyrisch familiedrama over twee zeer verschillende broers: de een dichter, de ander marinier. Met het schrijven van 'Nocturne IV (Genealogie van Eros)' bereidde hij de weg voor zijn erotisch-satirische tweede bundeltje: Eroten. Deze handgemaakte bundel is tijdens Pride in eigen beheer uitgebracht, alle opbrengsten worden gedoneerd aan Transgender Netwerk. Interesse in een bundel? Stuur dan een mail naar: michieljanris@gmail.com


 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

Opmerkingen


 © Uitgeverij HetMoet 2019-2025   

info@hetmoet.com  |  Oosterdok 95, 1011 VZ Amsterdam  |  KvK  64296741

 

Bezoekadres:

Treehouse NDSM werf: T.T Neveritaweg 57, 1033 WB Amsterdam


Privacyverklaring
   

bottom of page