top of page
Foto van schrijverStefanie Huysmans​-Noorts

f e b r i s

-een requiem-


Stefanie Huysmans-Noorts

 

‘Als we gezond zijn, verdringt betekenis de klank’

– Virginia Woolf, ‘Over ziek zijn’

 

een veld van wijzerplaten

verspreid door de kamer

ze zeggen allemaal iets anders

 

 

drieëntwintig na twaalf

ik ben het kind en in de winter lees ik

in mijn grote rampenboek

ik leer de jaartallen uit het hoofd

in de zomer folter ik garnalen

 

ik ben hier


veertien voor zes

mijn moeder is het kind

in de zomer loopt ze op blote voeten door velden

haar handen graaien in konijnenholen en graven konijntjes op

ze moedert ze tot ze verdrinken in de melk

 

 

 

twintig voor tien

ik wil mijn stem gebruiken

 




                                                                        ik ben hier gestript

                                                                        van al mijn lagen

 

 

zevenentwintig voor twee

ik ben het kind

ik klim op de kast en mijn voet tikt

tegen een wit porseleinen konijn

ik schreeuw wanneer het in stukken ligt

op de grond

het onherroepelijk breken

van wit perfect porselein

ik rouw om

het verlies van onschuld

 

 

 

 

negentien voor negen

mijn moeder is het kind

ze klimt op de kast

haar vingertjes reiken naar een doos

ze wil weten waar ze vandaan komt

 

 

twaalf voor elf

mijn moeder is het kind

ze loopt door velden, ze begint schoenen te dragen

in haar vuist omklemt ze een zakje

van doorschijnend plastic gevuld met water

een bloemblaadje zwemt in het water

een visje van op de kermis

 

zeven na zes

ik ben het kind

ik poseer in onze woonkamer

ik draag een oranje pet van badstof

achter mij staat een ronde visbokaal

met Flip, mijn vis

 

twintig voor tien

kan iemand me uit deze kamer halen?

 

 

dertien na zes

ik ben het kind

ik speel in de modder

ik kom thuis met mosvlekken op mijn knieën

takjes in mijn haar

ik kus het vuil onder mijn nagels

ik ben een wolvenjong

 

zeventien na acht

mijn moeder is het kind

de mensen in het dorp wijzen

vuil kind

vies kind

wild kind

bastaardkind

ze leert te schrobben

ze wast het vuil vies wild bastaard van zich af

het kind verdwijnt mee door het afvoerputje


 

drieëntwintig na twaalf

na rampen blijven klokken staan op het uur van de ramp

 

achttien voor vier

mijn moeder is nog geen moeder

in de bioscoop vergaapt ze zich aan rampenfilms

ze droomt van openbeenbreuken

en afgerukte ledematen en hoe haar handen

ze omzwachtelen

 

vijf voor twaalf

ik ben het kind

ik verstop me in het bos

ik hoor mijn moeder roepen

ik doe alsof ik de enige overlevende ben na een natuurramp

 

                                                                        moederrots

 

zeven voor twaalf

mijn moeder is de moeder

ze moedert haar kind tot het verdrinkt

ze draagt een wit uniform en bladert

in haar medisch zakwoordenboek

ook op haar werk kan ze nu moederen

 

 

drie voor half zeven

wanneer het landschap zich achter de ramen ontvouwt

blader ik door het medisch zakwoordenboek en prevel de definities of het gebedjes zijn

 

                                                weesgegroet maladia

 

 

negen voor tien

de ellenlange eeuwigdurende gang naar het toilet wordt omzoomd

door etsen van artsen uit verschillende eeuwen

u gaat dood, zegt de dokter uit de tiende eeuw

we weten alleen niet wanneer vult die uit de veertiende eeuw aan

het kan morgen – prehistorische dokter

of als u geluk hebt over vijftig jaar – negentiende eeuw

of als u pech hebt – elfde eeuw – u weet nooit wat de toekomst brengt

soms bent u er beter vanaf

 

 

drieëntwintig na twaalf

drieëntwintig na twaalf

drieëntwintig na twaalf

 

 

 

 

drie voor half zeven

ik moet mijn stem gebruiken

ik prevel

 

 

twee voor half zeven

weesgegroet maladia

dol van genade

de teer zijt met u

gezegend zijt gij boven al het rouwen

en gezegend is de vrucht van uw lichaamsjus

heilige maladia

moederrots

ik ben hier

gestript van al mijn lagen

nu en in het vuur van onze dood

samen

 

 

 

vierentwintig na twaalf



ik ben niet het kind

mijn moeder is niet

ik ben hier

nooit ben ik de moeder




 

Stefanie Huysmans-Noorts is naast schrijver ook actrice, theatermaker, regisseur en schrijfdocent. Sinds ze de finale haalde van Frappant TXT heeft ze zich ontpopt tot reizende performer, die al op verschillende podia in Antwerpen, Amsterdam en Berlijn stond. Ze schreef theaterteksten voor een jongerengroep in Brussel en voor eigen producties en publiceerde poëzie in de tijdschriften Kluger Hans en Deus Ex Machina.  Ze is eveneens de artistiek leider van Dans! Dichter! Dans!.  Sinds 2022 is ze lid van Hyster-x. en trad ze ook toe tot de redactie van Deus Ex Machina. Het werk van Stefanie wordt gekenmerkt door lichamelijkheid en zintuiglijkheid, niet alleen in de teksten zelf maar ook door de manieren waarop ze haar teksten tot bij het publiek brengt. In haar werk is ze niet bang van de duistere kantjes van de mens; ze vindt hier juist schoonheid. Ze danst graag op de dunne lijn tussen werkelijkheid en verbeelding.


Beeld: Cessa Rauch is mariene bioloog en woont in Bergen, Noorwegen. Om de regenachtige dagen door te komen leest ze en maakt ze kleine tekeningetjes; ze heeft eerder Wind Tide and Oar (The New Menard Press, 2024) geïllustreerd.

134 weergaven

Commentaires


bottom of page